Oorlogskruis 1940
Ingesteld bij besluit van 20 juli 1941
Het Oorlogskruis wordt verleend, hetzij aan enkelingen (officieren, onderofficieren, gegradueerden en soldaten der Belgische Land- en Luchtmacht, alsmede van de Weermacht in Congo, en zeelieden ) ; hetzij aan groepen ; het mag te allen tijde gedragen worden en blijft eigendom der families en eenheden. Houders van het Oorlogskruis 1940, die wegens oorlogsfeiten eervol vermeld werden of worden, dragen bijzondere kentekens op het lint van het kruis.
A. – Bij de Landmacht.
1.- Een bronzen leeuw voor één vermelding op de dagorder van het regiment of een als korps geldende eenheid.
2.- Een gulden leeuw voor één vermelding op de dagorder der landmacht.
3.- Een bronzen palm voor één vermelding door de Minister van Landsverdediging.
B. – Bij de Luchtmacht.
1.- Een bronzen leeuw voor één vermelding op de dagorder van het regiment.
2.- Een bronzen palm voor één vermelding door de Minister van Landsverdediging.
C. – Bij de Weermacht in Congo.
1. - Een bronzen leeuw voor één vermelding op de dagorder van het regiment.
2. - Een zilveren leeuw voor één vermelding op de dagorder der brigade.
3. - Een bronzen palm voor één vermelding door de Opperbevelhebber der Weermacht.
D. – Voor de Zeelieden.
Een bronzen palm.
Vijf bronzen kentekens moeten door één zilveren en vijf zilveren kentekens door één gulden kenteken vervangen worden.
Het Oorlogskruis 1940 kan aan alle personen worden verleend die, in de vervulling van een opdracht ten openbare nutte of van een burgerplicht, blijk van buitengewone dapperheid tegenover de vijand hebben gegeven. Het lint van het onder voormelde omstandigheden verleende Oorlogskruis draagt een bronzen gekartelde toren per vermelding.
Het Oorlogskruis 1940 kan worden verleend aan de Belgische en vreemde militairen, die gediend hebben in het vrijwilligerskorps voor Korea ter beschikking gesteld van de Veiligheidsraad der Verenigde Naties en die blijk gegeven hebben van een daad van moed of dapperheid tijdens het tijdperk van 18 December 1950 tot 27 Juli 1953 inbegrepen.
Het Oorlogskruis 1940 kan worden verleend aan de Belgen van onberispelijk vaderlandslievend gedrag die een door de vijand bezet grondgebied hebben verlaten om deel te nemen aan de voortzetting van de oorlog, voor zover zij:
1° vóór 4 juni 1944 een vrijwillige dienstverbintenis aangegaan hebben voor de duur van de oorlog en dit binnen de zes maanden volgend op hun ontvluchting;
2° daarna, gedurende ten minste één jaar, eervol gediend hebben in de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië tot voldoening van hun oversten.
In geval de termijn van zes maanden vermeld in het eerste lid, 1°, wordt overschreden, hetzij te wijten aan een opsluiting in een concentratiekamp, gevangenis of vesting in Frankrijk, in Spanje, in Portugal of in Afrika, uit hoofde van hun clandestiene doortocht door deze gebieden, hetzij als gevolg van het ondertekenen van een dienstverbintenis bij een geallieerd leger, zal deze periode van opsluiting of van dienstverbintenis afgetrokken worden van de tijd gebruikt voor het vervoegen van de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië.